De Brandenburgse inscripties van Cinq Piliers (deel 1)

> deel 2 De Brandenburgse inscripties van Cinq Piliers – een raadsel opgelost

Soldaten hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog op veel plaatsen hun sporen nagelaten. De krijtbodem in het stroomgebied van de rivieren Oise en Aisne was bij uitstek geschikt voor het maken van inscripties en sculpturen. In dit artikel gaat het om enkele grote teksten, die door Duitse (Brandenburgse) soldaten zijn uitgehouwen in de wanden van de steengroeve Cinq Piliers, ten zuidwesten van Noyon, tussen de plaatsjes Ville en Dreslincourt.

Höhle 4

De talrijk voorkomende ondergrondse steengroeves in dit deel van Frankrijk zijn tijdens de oorlog intensief gebruikt door soldaten van beide strijdende partijen. De uitgestrekte labyrinten boden een veilig onderdak tegen artilleriegranaten en waren zo groot dat ze konden worden ingericht als slaapplaatsen, met keukens, eerste hulp posten, telefooncentrales, paardenstallen en bureaus.
De kalksteen liet zich goed bewerken en de soldaten krasten vaak hun naam en regimentsnummer in de wanden. Soms ging het iets verder dan alleen het krassen van een naam. Hier gaat het om enkele opvallend grote teksten in de groeve Cinq Piliers.

Cinq Piliers tijdens de oorlog

De steengroeve Cinq Piliers is een van de grootste ondergrondse groeves in zijn soort, met veel in- en uitgangen, door de Duitsers genummerd als Höhle 1 t/m 6, a en b, Nord en Süd. Gedurende het grootste deel van de stellingenoorlog, tot aan de terugtrekking naar de Siegfried-Stellung, is de groeve Duits bezit geweest. Na de chaotische maanden augustus en september 1914, met veel troepenwisselingen en reorganisaties, is de groeve op 19 april 1915 tot de sector gaan behoren van de 15e Landwehrdivisie, die op dat moment bestond uit de Landwehrregimenten 12, 52, 53 en 55.

kaart Cinq Piliers

De ontruiming eind februari 1917 ging gepaard met vernielingen en hierbij zijn de in en uitgangen van Höhle 3 opgeblazen. Na deze strategische terugtocht kwam de groeve achter het front op Frans gebied te liggen en maakten Franse eenheden gebruik van de groeve als onderkomen. Het tij keerde in het voorjaar van 1918, toen de Duitsers voor enkele weken hun oude posities weer innamen. Uit deze periode dateren inscripties in de groeve van Infanterieregimenten 408 en 412.
Door de wisselende bezetting vinden we zowel Duitse als Franse opschriften en routeaanduidingen, verspreid over alle uithoeken van de groeve. In het navolgende kijken we echter alleen naar enkele meterslange Duitse teksten die in de buitenwanden, dus in de open lucht, zijn aangebracht.

Een citaat van Bismarck

De groeve Cinq Piliers heeft zijn naam te danken aan een steenblok in de open lucht bij de noordelijke ingang van Höhle 4. Midden in een kom van oprijzende wanden staat een monoliet op vijf pilaren, die er vandaag de dag nog vrijwel hetzelfde uitziet als tijdens de oorlog. Landwehr Infanterieregiment 12 afkomstig uit Brandenburg is verantwoordelijk voor de meterslange tekst die in de rotswand is gehouwen. Op het steenblok Cinq Piliers staat hoog boven de grond de tekst :

Wir Deutsche fürchten Gott
sonst nichts auf der Welt

Het is een uitspraak van Bismarck, gedaan in een redevoering in de Duitse Reichstag op 6 februari 1888, waarbij het ging om de financiering van de krijgsmacht.

Cinq PiliersCinq Piliers tekst
De monoliet Cinq PiliersDe tekst in huidige staat
Cinq Piliers in de steigersCinq Piliers nu
Cinq Piliers in de steigersCinq Piliers nu

Hoewel in Bismarck’s rede eigenlijk werd opgeroepen om oorlogen te vermijden, hadden zijn woorden een averechts effect. Het tweede deel van Bismarcks zin: ‘und die Gottesfurcht ist es schon, die uns den Frieden lieben und pflegen lässt’ werd namelijk altijd weggelaten. Nationalisten citeerden altijd alleen het eerste deel, dat in het collectieve geheugen gegrift raakte. De woorden werden beroemd als uiting van nationale kracht en verschenen op ansichtkaarten, wandborden, medaillons en andere souvenirs. (Overigens wordt de spreuk nog steeds afgedrukt op souvenirs en gebruiksvoorwerpen, T-shirts en zelfs babykleertjes!).
Met veel moeite en vakmanschap is de grote tekst in de rotswand aangebracht, goed uitgezet en in regelmatige lettervorm. Er is een foto waarop de niet erg stabiel ogende stellage staat afgebeeld die nodig was om het werk te verrichten.

Bismarck citaat

Höhle 1: Nog een keer Bismarck

Voor de volledigheid moet hier vermeld worden dat bij de uitgang van Höhle 1 de tekst van Bismarck nog een keer herhaald wordt. Niet in Frakturschrift dit keer, maar in gewoon (hoewel nogal hoekig) rondschrift. Deze tekst is niet gebeiteld door soldaten van Landwehrregiment 12, zoals de andere, maar is gesigneerd met LIR 53, Landwehrregiment 53. Een regiment dat deel uitmaakte van dezelfde divisie en dat het meest westelijke deel van de groeve als onderkomen gebruikte.

Ode aan Brandenburg

Op een groevewand tegenover het Cinq Piliers-blok bevindt zich een tweede tekst, in hetzelfde lettertype en in een vergelijkbare lettergrootte. Het nu zichtbare deel is slechts een restant, de complete zin is alleen bekend van foto’s. Er heeft gestaan:

‘Hie guet Brandenburg alle Weg’

De tekst bevond zich gedeeltelijk boven de noordelijke ingang van Höhle 4. Dit was één van de belangrijkste ingangen en was de toegang tot een doorgaande noord-zuid route door de hele groeve heen. Vanaf begin april 1916 werd dit deel van de groeve hevig beschoten door Franse artillerie en met vleugelmijnen. De hoofdroute door Höhle 4 dreigde in te storten en arbeidscommando’s onder leiding van ter zake kundige mijnbouwers probeerden maandenlang instortingen te voorkomen door het aanbrengen van houten steunconstructies. Maar in juli was er geen houden meer aan en er volgden enorme instortingen waarbij naar opgave 20.000 kubieke meter steen omlaag kwam. Waarschijnlijk speelde de instorting zich alleen in het binnenste van de groeve af, en is de groevewand met de inscriptie nog even bewaard gebleven, want een foto van een regiment dat er in 1918 bivakkeerde toont nog steeds de gehele tekst. Later moet ook de wand zijn ingestort want nu staat alleen het eerste gedeelte van de tekst er nog en is de plaats van de vroegere ingang een helling geworden die lange tijd deel uitmaakte van een circuit voor 4×4 terreinwagens.

Hie guet Brandenburg alle Weg

De tekst ‘Hie guet Brandenburg alle Weg’ wordt door de lokale Fransen doorgaans uitgelegd als een regimentsdevies maar dat is het niet. (Het bedoelde regiment is zelfs nooit in deze omgeving geweest). Ook wordt het wel eens gezien als een Duitse versie van het Verdun devies “On ne passe pas”, maar daar heeft het niets mee te maken. Het is eerder een lands- of streekdevies en heeft eigenlijk helemaal geen militaire betekenis. Taalkundig bekeken is de spreuk afkomstig uit het Mittelhochdeutsch en kan woord voor woord vertaald worden als:

Hie – in ruimtelijke zin : hier, in tijd gezien : nu
guet – flink, braaf, degelijk, bekwaam, knap, goed, dapper
alle Weg (alleweg, allewäge) – steeds, altijd, in ieder geval

Als gehele zin vertaald krijgen we dan :
Hier zijn steeds / altijd,  dappere / flinke / goede Brandenburgers
of in meer overdrachtelijke zin :
Daar waar wij ons bevinden vertegenwoordigen we altijd het goede Brandenburg

De tekst wordt toegeschreven aan Graf Wichmann, de laatste Graf von Lindow-Ruppin. Het was zijn lievelingsspreuk die na zijn dood als grafschrift boven zijn tombe is aangebracht. De spreuk verspreidde zich en werd in het bijzonder bekend door een gedicht en lied van de dichter Otto Franz Gensichen (1847- 1933). Zijn lied “Gut Brandenburg hie allerwege” kent twee uitvoeringen. Dit is de tweede versie met vier coupletten die voor het eerst verscheen in 1876 :

Gut Brandenburg hie allerwege

Scheltet mir nicht mein märkisches Land,
Will es nicht hören und leiden !
Zeigt’s nicht schroff gipfelnde, felsige Wand,
Hat’s doch an Wäldern gar reichen Bestand,
Strömen und Seen und Weiden.

Ist auch sein Stammvolk vielleicht nicht ganz echt,
Mischling von Deutschen und Wenden,
Ist’s doch ein markiges, stolzes Geschlecht,
Trutzend auf Freiheit, unbeugsam im Recht,
Fleißig mit rastlosen Händen.

Warf ihm Natur auch nicht reich in den Schoß
Fülle der irdischen Gaben,
Ist’s doch durch eigene Tatkraft jetzt groß,
Wußte der Schollen dürrsandigem Kloß
Lohnende Frucht zu entgraben.

Einst als des Reiches Sandbüchse verlacht,
Hält in der Marken Gehege
Horstend der Kaiseraar heute die Wacht,
Hier ruht das Scepter, das Siegsschwert der Schlacht,
Drum : Gut Brandenburg hie allerwege !

Höhle 4 Nord  Hie guet tekst vandaag

De spreuk verkreeg mede door dit lied een zekere populariteit. Het werd op feestelijke gelegenheden als drinkspreuk gebezigd. Het werd een groet, een leuze of zelfs een soort wachtwoord. Hij is terug te vinden in talloze publicaties in een periode van toenemend nationalisme van 1870 tot de Eerste Wereldoorlog, in romans, toneelstukken en liederen. In 1900 verschenen ‘Geschichts- und Kulturbilder’ in Berlijn onder de titel ‘Hie gut Brandenburg allewege’. De in 1905-1908 uitgegeven ‘Blätter für Heimatkunde’ hadden op de titelpagina onder de Rote Adler ook het opschrift ‘Hie gut Brandenburg allewege’. Een ander mooi voorbeeld is het volgende lied van Ewald Müller-Cottbus :

Hie gut Brandenburg allweg!

Unter allen deutschen Gauen
Preis ich dich, o Märkerland,
Sind auch Hügel nur zu schauen,
Dehnt auch weit sich dürrer Sand.
Doch mich grüsst mit schlichten Reizen:
Hie gut Brandenburg allweg!
Mag Natur mit Pracht auch geizen:
Hie gut Brandenburg allweg!

Ob du Reichtum an Metallen
Auch nicht birst im Bergesschacht,
Körnerschwer doch Saaten wallen
Auf dem Feld in goldner Pracht.
Zwar statt Feuersaft der Reben
Beut’st du Baumfrucht nur am Steg;
Dennoch möcht’ nur hier ich leben:
Hie gut Brandenburg allweg!

Und das Volk, das dir entsprossen,
Ist ein markiges Geschlecht,
Freiheitsliebend, mutdurchflossen,
Zäh, unbeugsam stets im Recht,
Voll Gemüt, voll Gottvertrauen,
Nie zur Müh’ und Arbeit träg’,
Auf sein Wort darf stets man bauen:
Hie zu Brandenburg allweg!

In Altdeutschlands weiten Marken
Strahlst als Haupt du licht und klar;
Denn zum Horst, zum stolzen, starken,
Wählte dich der Kaiseraar.
Drum, wenn in den Landen allen
Prüfend ich den Reichtum wäg’,
Besser will mir kein’s gefallen:
Hie gut Brandenburg allweg!

Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog was in bepaalde militaire kringen de uitroep ‘Allewege’ ingeburgerd geraakt als begroeting. Op de Ritterakademie Brandenburg en onder het officierskorps van het 1.Garde Regiment zu Fuß was het de dagelijkse manier van groeten. Een strijder vertelt een herinnering aan een bloedige gevechtsdag op 29 augustus 1914 bij Guise:
‘Wij gewonde officieren werden in een schoollokaal in le Sourd gebracht, en in het halfdonker klonk telkens weer “Allewege” wanneer een medestrijder werd binnengedragen. Dat was voor mij onvergetelijk !’

> deel 2 De Brandenburgse inscripties van Cinq Piliers – een raadsel opgelost

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bookmark the permalink.

Comments are closed.