De militaire geografie van de Chemin des Dames (2)


vervolg van > deel 1

Enkele bijzonderheden van het Chemin des Dames plateau

De met kloven doortrokken top van het Soissonnais laat gemakkelijk regenwater door. Daarom is het plateau overwegend droog. Een bovenlaag van leem is geschikt voor het verbouwen van granen en suikerbieten. Verder oogt de vlakte verlaten. Het herbouwde dorpje Cerny bevindt zich tegenwoordig bovenop het plateau maar het vooroorlogse Cerny bevond zich in het dal ten noorden van het huidige dorp. De resten ervan zijn nog zichtbaar. In 1914 waren er geen dorpjes op het plateau. Ze verschuilden zich alle in de beschutte dalen. Enkel de boerderijen gaven blijk van menselijke aanwezigheid. De boerderijen die tijdens de oorlog zo’n belangrijke rol gespeeld hebben omdat ze als enige bebouwing aanleiding gaven tot de uitbouw tot sterke steunpunten. Boerderijen als Hurtebise, Royère, Mennejean, Pantheon, Bovelle werden zodoende hevig omstreden posities. Het waren deze schaarse plekken waar een verdediger zich aan vast kon klampen.

Bovenop het Chemin des Dames plateau: cultuurland zonder menselijke aanwezigheid. De bomen markeren de rand van het plateau

De dorpjes verschuilen zich in de beschutte dalen.

Op het hoogland vinden we zeer weinig bomen. We vinden ze meest op de hellingen en in de dalen waar ze een betere voedingsbodem vinden. Er zijn geen toppen die boven het plateau uitsteken. Alle hoogteverschillen zijn omlaag gericht. Als we over het plateau rijden kunnen we door de vlakheid en de afwezigheid van driedimensionaal groen het idee krijgen dat de aarde plat is en we aan het uiteinde van het plateau af kunnen vallen. De dalen komen pas in beeld wanneer men aan de rand van het plateau komt. De bovenlaag van kalksteen eindigt erg steil als gevolg van de ondermijning door de laag eronder. Lager gelegen zijn de hellingen minder steil. Onder de toplaag vinden we lagen van compacte mergel en klei die worden afgewisseld door lagen van zand en kalksteen.

Principe van een helling aan de rand van een plateau. De bovenlaag eindigt abrupt en steil. Water dringt door de bovenste lagen tot op een kleilaag. Die voert het water naar de rand dat daar beekjes kan vormen. Lager krijgen de hellingen een meer glooiend karakter.

De steengroeves

De massieve kalksteen bovenlaag van het Soissonnais levert een steensoort die zeer goed te gebruiken is als bouwmateriaal. De steen is goed te bewerken en al sinds de Romeinse tijd worden stenen uit de bodem gehaald. We vinden in het gehele gebied dan ook ontelbaar vele groeves, meestal ondergronds, soms ook in dagbouw. Dit traditionele bouwmateriaal vinden we terug in de huizenbouw in de streek. Overal zien we huizen en muurtjes die opgetrokken zijn uit deze geel-grijze bouwblokken. In de onmiddellijke omgeving van de Aisne vinden we vaak huizen met trapgevels waarbij wel eens de vergelijking gemaakt wordt met onze Hollandse bakstenen trapgeveltjes. Het onttrekken van stenen op zo grote schaal door de eeuwen heen heeft er voor gezorgd dat het landschap een honingraat van gangen en gaten is geworden.


De aanwezigheid van de vele groeves, waarvan de Caverne du Dragon nu de bekendste is, heeft enorme invloed gehad op de militaire gebeurtenissen in dit gebied. De legers vonden er kant en klare onderkomens. Zo had de Chemin des Dames een enorme militaire waarde als natuurlijke positie, met zijn ontelbare ondergrondse schuilplaatsen die voor het grijpen lagen.

Krügerhöhle in de buurt van Soupir

Rottenhöhle tegenover La Malmaison

De gemakkelijke bewerkbaarheid van de steenlaag en een logisch vervolg op het gebruik van de steengroeves is de ontplooiing van graafactiviteiten door de militairen zelf. Op grote schaal is gebruik gemaakt van de eigenschappen van de steenlaag om solide onderkomens te graven. Ook tunnels die dienden als gedekte naderingswegen om veilig in de voorste linies te komen werden aangelegd. Het is te danken aan het verblijf in deze ondergrondse relatief veilige onderkomens dat de bombardementen van het Nivelle-offensief in 1917 niet het gewenste resultaat opleverden en mede daardoor leidde tot het mislukken van een algehele doorbraak. Een groot deel van de oorlog aan de Chemin des Dames heeft zich ondergronds afgespeeld.

Een voorbeeld van graven van tunnels en onderkomens met gebruikmaking van de mogelijkheden die de bodem bood. We zien hier de Wald-tunnel die onderin de kalkstenen toplaag is gegraven en als vloer de onderliggende zandlaag heeft. Men hoefde in feite slechts drie kanten van het profiel te bewerken om het materiaal vervolgens van de zandlaag te scheppen.

Ook mijnenoorlog heeft het gebied gekend. Er zijn geen overblijfselen meer zichtbaar aan het oppervlak van het plateau vanwege het feit dat de landbouw het land heeft teruggevorderd, maar een levendige mijnenoorlog heeft bijvoorbeeld gewoed op de Beaulner Nase en -Rücken met mijngangen op meerdere etages, aan de noordkant van de Winterberg en ten noorden van Soupir.

Creutes

Een typisch Chemin des Dames woord is de term Creute. Enerzijds worden er de steengroeves mee aangeduid en vervangt het de meer algemene term Carrière, maar het kan ook betrekking hebben op natuurlijk gevormde holtes onder de kalksteenlaag die gevormd zijn door ondermijning en erosie.

De valleien – de rivierdalen

De valleien tussen de plateaus kunnen enorme obstakels vormen. De watertjes die er door stromen zijn vaak bescheiden van omvang, maar de dalen waar ze doorheen stromen zijn aanzienlijk, variërend van 300 tot 400 meter breed. Het zijn natuurlijk gevormde fortgrachten. Bovendien is het meest voorkomende profiel van de valleien zo dat het de verdediging boven op het plateau uitstekend zicht biedt op bewegingen in de dalen.

In situatie A bestaat de toplaag van het land uit onsamenhangend materiaal en is de ondergrond vast en stabiel. Zo’n soort helling is niet gunstig voor een verdediger. Hij heeft geen zicht op grote delen van het dal. Een vijand op de bodem van de vallei kan vrij bewegen.
In situatie B is de toplaag hard, de zachtere laag bevindt zich onderop. De vorm van de kloof is concaaf. De gehele vallei ligt in het zicht van de verdediger op de rand van het plateau. Vooral het Soissonais met de Chemin des Dames en het Laonnois met de dalen van de Aisne en de Ailette geven over het algemeen dit beeld. Dit geeft additionele voordelen als militair obstakel. Het leger dat de plateautop en rand bezet heeft geweldige voordelen boven een vijand die moet aanvallen over volledig open liggend terrein.

Wanneer een leger niet de plateaurand bezit maar daarentegen een tegenstander tegenover zich heeft die zich achter de plateaurand verschuilt dan ontstaat een ander probleem. De volgende situatie deed zich voor in september 1914: de Duitsers hadden na hun terugtocht van de Marne halt gehouden aan de Chemin des Dames en probeerden vervolgens hun achtervolgers terug te dringen tot over de Aisne. De Franse artillerie stond echter opgesteld achter de plateaurand en was door de te ver opgerukte Duitse artillerie met een vlakke baan niet te raken. Ze schoten er over heen. De artillerie zou meer afstand moeten nemen om met een kromme baan over de plateaurand te kunnen mikken maar naast enkele praktische bezwaren paste het niet in de offensieve geest van vooral infanteristen om weer teruguit te gaan.

Zoals gezegd stromen door de dalen vaak kleine stroompjes. Deze stroompjes ontstaan doordat water door de kalksteenlaag en de zandlaag sijpelt en dieper op een minder doordringbare kleilaag stuit. Vervolgens zoekt het water een weg naar buiten naar de randen van het plateau, en vormt daar kleine stroompjes (figuur 11). Dientengevolge zijn de valleien zeer vochtig en met groen begroeid Door de zuidwaarts gerichte inclinatie is dit vooral aan de zuidkant waar we de meeste stroompjes vinden. De weelderige begroeiing in contrast met het droge hoogland geeft de dalen een lieflijke uitstraling die op een plaats zelfs aanleiding is geweest het dal te betitelen met de naam Paradiesgrund. Soms zijn de hellingen begroeid met wijngaarden en boomgaarden.

Onderin de brede dalen wordt het terrein steeds vlakker en is het drassig omdat de stroompjes daar over een kleiondergrond stromen. We vinden daar vooral weilanden.

Rivieren

De Aisne kan alleen met bruggen gepasseerd worden en dit was voor de geallieerden na de eerste Marneslag een gigantisch probleem. De Ailette, een stroom van veel bescheidener omvang, werd in de nacht voor het Duitse voorjaarsoffensief in 1918 door Pioniere elke 300 meter voorzien van een houten loopbrug om de Sturmtruppen doorgang te verlenen.

Sturmtruppen steken het Ailette-kanaal over (1918)

De rivieren in het gebied hebben de eigenschap buiten hun oevers te treden in tijden van hevige regenval of smeltende sneeuw. een plotselinge overstroming van de Aisne speelde de Franse troepen parten tijdens de winter 1914-15. Tijdens de slag bij Soissons werden de bruggen over de Aisne bij Missy en Venizel weggespoeld en de troepen op de noordoever raakten geïsoleerd van hun achterland. Het is een van de oorzaken van het mislukken van deze slag.

Pontonbrug over het Aisne-kanaal bij Condé

Onbetekenende rivieren die op kunstmatige manier overstroomd worden kunnen omgevormd worden tot serieuze militaire obstakels. Het Duitse opperbevel heeft studie gemaakt van de mogelijkheid om de op zichzelf onbetekenende Ailette af te dammen en met deze kunstmatige manier van overstroming om te vormen tot een serieus militair obstakel. Het plan is niet tot uitvoer gekomen.

Observatiepunten

De relatief rechte loop van de rivieren de Aisne en de Ailette biedt de mogelijkheid vanaf bepaalde punten het gehele rivierdal te observeren en flankerend vuur uit te brengen. Bij de gevechten aan de Chemin des Dames onderscheiden we een periode met gevechten om deze “observatoires”, [vanaf oktober 1917 …] Bezit van deze observatiepunten maakt het voor de tegenstander bijzonder moeilijk en gevaarlijk zich nog in het rivierdal te bewegen.

Toen de Franse troepen in oktober 1917 de beschikking kregen over het vooruitstekende plateau van Malmaison was het voor de Duitsers niet meer mogelijk hun positie aan de noordflank van de Chemin des Dames te handhaven en ze werden gedwongen op de hoogten achter de Ailette terug te trekken.

Militaire operaties tegen het licht van de topografische situatie

Met zijn relatief rechte en steile noordflank evenwijdig aan de Ailette, en de parallel lopende noord-zuid ravijnen aan de zuidzijde die legers bescherming bieden tegen flankaanvallen en beschutting geven aan artillerie, materieel en manschappen, is de Chemin des Dames een uitermate sterke positie voor wie hem in bezit heeft. In het bezit van de Duitsers, met het front zuidwaarts, met de vallei van de Aisne ervoor als een beschermende slotgracht, bleek het een positie sterk genoeg om te verdedigen tegen herhaalde geallieerde offensieven. In het bezit van de geallieerden was het net zo’n sterke positie, die veel slachtoffers vergde om te veroveren. Vanuit het noorden aangevallen ziet de aanvaller de steile noordflank voor zich terwijl hij geen zicht heeft op de ravijnen achter het plateau. Vanuit het zuiden vormen de noord-zuid ravijnen een even groot obstakel omdat zijwaartse bewegingen niet mogelijk zijn.
De Chemin des Dames is één van de sterkste posities in de natuurlijke verdediging van Parijs.
Bij de geallieerde terugtocht in augustus-september 1914 werd de Chemin des Dames als mogelijk te verdedigen barrière volkomen genegeerd. Joffre had opdracht gegeven verder terug te trekken tot zelfs achter de Seine. 29 augustus ontruimden de Britten hun deel van de Chemin des Dames.
Pas bij de Marne zagen de geallieerde legers kans de Duitse opmars een halt toe te roepen. Wat volgde was de Duitse terugtocht van de oevers van de Ourcq en de moerassen van St.Gond naar het noorden. Het Duitse opperbevel zocht naar een geschikte natuurlijke barrière om de geallieerde achtervolging het hoofd te kunnen bieden en waarachter de door elkaar geschudde troepen konden worden gereorganiseerd. De Marne zelf was hiervoor ongeschikt omdat ze direkt lag achter de zojuist verslagen troepen. Er zou geen gelegenheid zijn om de eenheden te herverdelen. Bovendien was deze lijn al doorbroken op het zwakste punt, bij Chateau Thierry en Bouresches.
Verder terug lag de formidabele Villers-Cotterets-rug in het westen verlengd door de Authonne en in het oosten door de heuvels bij Reims. Maar tegenover de westelijke helft van de Villers-Cotterets-rug strekt zich een groot bos uit. Eén van de slechtste militaire condities is een groot bos in front waarin de vijand zich kan verschuilen. Bovendien zou deze linie tijd vergen om ter verdediging in te richten. Tussen het oosteinde van de rug en de heuvels van Reims zou een kunstmatige verdediging aangelegd moeten worden en hiervoor ontbrak de tijd. Het Brie en het Tardenois/Valois vielen zodoende af als lijn om op terug te vallen. De Chemin des Dames was de eerste gelegenheid die wel voldeed

De keuze voor de Chemin des Dames als frontlijn

Achter de Villers-Cotterets-rug lag de grote natuurlijke slotgracht van de Aisne. 3 kilometer breed, 100 meter diep, aan de noordkant gedomineerd door de sterke muur van het Chemin des Dames plateau. De valleien konden vanaf de steile hellingen onder vuur genomen worden en er waren talloze groeves en ondergrondse schuilplaatsen die kant en klaar waren en waar hele grote groepen manschappen onderdak in konden vinden. In het westen was de Chemin des Dames beschermd door grote bossen van de massieven van Noyon en Lassigny tot aan de Oise, in het oosten kon het worden doorgetrokken naar de Vesle-Ardre vallei en de heuvels van Reims. Als dit laatste massief te dicht bij de gevechtsscène lag dan kon worden gekozen voor de verder terug gelegen heuvels van Brimont, Berru en Moronvillers.

De rivier de Aisne zelf, die door de oost-west gracht van dit natuurlijke fort loopt, is 45 tot 50 meter breed en 3 tot 5 meter diep en kon alleen gepasseerd worden met bruggen of boten. Alle bruggen konden direkt onder vuur genomen worden door artillerie die verborgen kon worden opgesteld in de beboste valleien of op de uitlopers van het Chemin des Dames-plateau.

Noodbrug over de Aisne bij Condé-sur-Aisne

Het was één van de meest formidabele natuurlijke defensieve posities van Noord-Frankrijk, 140 kilometer lang van de Oise tot aan Moronvilliers, en voor het Duitse leger ver genoeg verwijderd van de slagvelden van de Ourcq en St.Gond om op tijd in gereedheid te hebben.
De Chemin des Dames was de meest logische plek voor het Duitse leger om halt te houden en als gevolg hiervan werd de Chemin des Dames een belangrijke sector in de stellingenoorlog.

Militaire operaties

Op 12 september 1914 ondervinden de geallieerden dusdanig heftige tegenstand aan de Aisne dat ze tot het besef komen dat het Duitse leger besloten heeft hier halt te houden. Het Britse leger staat op dat moment frontaal tegenover de Chemin des Dames. Met alle mogelijke middelen wordt geprobeerd de Aisne over te steken. Niet alle bruggen zijn volledig vernield, verder worden pontonbruggen en boten ingezet. De Britten proberen vaste voet op de plateau-uitlopers te krijgen maar staan voor een onmogelijke taak. Vooral het plateau van Chivres is een onneembare vesting. Het is het meest naar het zuiden uitstekende plateau van de Chemin des Dames en de verdedigers kunnen van hieraf uitstekend flankerend vuur uitbrengen naar oost en west. Het maakte een oversteek van de Aisne bij Condé onmogelijk

Globale frontlijn na stabilisatie van het front in 1914. De frontlijn loopt diagonaal over het plateau. De Duitsers hielden aanvankelijk nog een bruggehoofd bezet aan de zuidkant van de Aisne. Aangegeven is de uitstekende positie van het Chivres-bastion met Fort Condé.

De geallieerden hadden wel terrein bezet verder naar het oosten tot bij Craonne. Rechts van de Britten hadden de Fransen geprobeerd om het plateau heen te trekken bij Corbeny om vervolgens via de Ailette-vallei de Chemin des Dames in de rug aan te vallen, maar dit was mislukt en ze vielen terug op Craonne. De Fransen hadden Craonne ingenomen en weer moeten prijsgeven.
De eerste slag om de Aisne ging over in een reeks aanvallen en tegenaanvallen die duurden tot 28 september maar aan de frontlijn veranderde niet veel meer.
De geallieerden hadden toch kans gezien een deel van het Chemin des Dames bolwerk in te nemen. Het bleek voor de Duitsers even moeilijk om de indringer weer van het Chemin des Dames plateau te verdrijven als het voor de geallieerden was om hem in bezit te krijgen, want de diepe noord-zuid dalen gaven uitstekende dekkingsmogelijkheden. Eenmaal door een indringer ingenomen kon de aanvaller van dezelfde gunstige terreincondities gebruik maken. De frontlijn bleef steken op een lijn die schuin over het plateau liep, rechts tot bij Craonne, links tot in de Aisne-vallei van Vailly tot Soissons. Ook ten westen van Soissons kwam het front nu tot stilstand. Oostelijk van de Chemin des Dames bleven de hoogten van Brimont, Berru en Moronvilliers in Duits bezit

Terugtrekking op de Siegfried-Stellung

De Duitse terugtocht naar de Siegfried-Stellung begin maart 1917 had ook gevolgen voor de Chemin des Dames. De Aisne-vallei en plateaus ten westen van Soissons werden ontruimd en kwamen in geallieerde handen. De nieuwe frontlijn kruiste het bos van St.Gobain, raakt dan aan het plateau noord van Soissons en stak schuin over naar het zuidoosten om bij de Aisne uit te komen bij de punt van het Chivres-plateau. Alle belangrijke Aisne-overgangen bij Soissons en verder westelijk werden hiermee prijsgegeven en kwamen nu vast in geallieerde handen. De onneembare vesting die de Chemin des Dames leek te zijn was nu kwetsbaarder dan ooit want zowel oost als west kon de flank van de Chemin des Dames bedreigd worden. De terugtocht naar de Siegfried-Stellung was bedoeld om de frontlijn te verkorten en recht te trekken, maar bij de aansluiting op de bestaande frontlijn was bij de Chemin des Dames een gevaarlijk diepe saillant ontstaan.

Frontlijn begin 1917 na de Duitse terugtocht naar de Siegfried-Stellung. Het Chivres-bastion is een vooruitgeschoven positie geworden die op de tweede dag van het Nivelle-offensief wordt opgegeven.

1e slag om de Chemin des Dames. Het Nivelle-offensief

Het geallieerde plan voor een offensief in het voorjaar van 1917 had als één van zijn hoofddoelen het breken van het Duitse front over de vlakte van de Somme. Dit front had zijn ankerpunten op twee grote heuvelruggen: Vimy in het noorden en St.Gobain in het zuiden. St.Gobain was te sterk om rechtstreeks aan te vallen dus werd besloten het te proberen met een flankerende operatie op grote schaal via de Chemin des Dames, tegelijkertijd met een rechtstreekse aanval op Vimy.

Het Franse deel van het offensief was gericht tegen de Chemin des Dames en de heuvels van de Champagne. De Chemin des Dames als defensieve positie werd door Nivelle danig onderschat. De Duitsers hadden de goede observatiepunten, alle goede strategische posities. Het Franse leger moest door de dalen die bestreken werden door Duitse machinegeweren en vervolgens tegen de steile hellingen op om te vechten tegen een vijand die verscholen zat in holen.

Frontlijn in mei 1917 na beëindiging van het Nivelle-offensief

Drie weken duurde de strijd. Het Franse leger wist uiteindelijk wel vaste posities te bemachtigen op de hoogvlakte. Het Chivres-bastion kwam grotendeels in Franse handen. Van Craonne tot Cerny was de smalle strook hoogland nu eindelijk helemaal Frans. Voor wie een algehele doorbraak had verwacht was het offensief een mislukking, maar de behaalde terreinwinst gaf de Fransen wel een veel betere positie op het plateau. In de daaropvolgende maanden lanceerden de Duitsers herhaaldelijk tegenaanvallen tegen afzonderlijke delen van het front. Dit bracht een aantal posities weer terug in Duitse handen maar over het algemeen veranderde er niet veel.

2e slag aan de Chemin des Dames (1917). De slag bij Malmaison

Een briljante Franse operatie op 23 oktober 1917 was klein van schaal maar had grote gevolgen.

Frontlijn na de slag bij Malmaison, oktober 1917. De strategische positie van het bastion met Fort Malmaison is in Franse handen gekomen.

Het plateau ten noordoosten van Soissons, waar de Ailette een dubbele bocht maakt, steekt zo ver uit naar het noorden dat het een overheersende positie geeft over de vallei van de Ailette over 25 kilometer. Dit vitale punt was lang geleden bezet door Fort Malmaison.

De overheersende boomgroep in de verte is het plateau met Fort Malmaison. De foto is gemaakt vanaf de Potsdamer Platz, 10 kilometer verderop in het Ailettedal. Duidelijk wordt hier de belangrijke positie van Malmaison. Als fort had het geen enkele betekenis maar als positie had het een sleutelrol.

De Ailette, een onbetekenend stroompje. Als rivier was het geen barrière maar het dal waar hij doorheen stroomt is breed en onverdedigbaar. De Duitsers waren genoodzaakt de hoogten ten noorden van dit dal op te zoeken.

Het Franse front lag nog slechts drie kilometer ten zuiden van dit plateau. Een kleine sprong voorwaarts bracht het plateau in Frans bezit en hiermee alle belangrijke Duitse communicatielijnen binnen het bereik van direct Frans artillerievuur.
De specifieke vorm van het terrein had de Fransen de mogelijkheid gegeven om 30 kilometer van het sterkste deel van de Duitse frontlijn in te nemen, terwijl maar vier of vijf kilometer hoefde te worden opgerukt over een front van 8 kilometer breed. Onder flankerend vuur gekomen en de communicatielijnen verbroken zou het Duitse opperbevel gedwongen worden om de Chemin des Dames te evacueren, en terug te vallen op de hoogten ten noorden van de Ailette.

Frontlijn na de Duitse terugtocht tot achter de Ailette, november 1917

3e slag om de Chemin des Dames (1918). De Duitse voorjaarsoffensieven.

Het Duitse leger begon in maart 1918 een groot offensief aan de Somme, gevolgd door een offensief door Vlaanderen zonder dat daaruit de grote beslissing voortkwam. In mei volgde de derde poging. Ludendorf zocht hiervoor het sterkste punt van het hele geallieerde front : de Chemin des Dames. Het fundamentele element was verassing. Hij was zich bewust van de moeilijkheden van het terrein, maar als hij hier kon doorbreken dan zou het vervolg alleen maar makkelijker zijn.
De geallieerden hadden het front gestript van eenheden om ze in te zetten op andere plaatsen aan het front. Ze hadden gedacht dat deze sterke natuurlijke positie met een minimum aan troepen te handhaven zou zijn. Er was een bezetting met troepen die vermoeid van andere frontdelen aan de Chemin des Dames kwamen herstellen, waaronder vijf opgebruikte Britse divisies aan de oostkant. Op 27 mei 1918 brak de storm los. Strikt geheimgehouden en goed voorbereid stormde het Duitse leger door het Ailette-dal, over het Chemin des Dames-plateau, over de Aisne en over de Vesle. Drie dagen later stonden ze voor de tweede maal aan de Marne.
Zo bleek dat zelfs de meest formidabele natuurlijke verdedigingslijn niet gehouden kon worden als niet de juiste troepen aanwezig waren om deze lijn te verdedigen. Alleen wanneer de aanvaller zijn beste krachten moet opgebruiken in de eerste slag, en zijn reserves moet aanspreken om door te breken, alleen dan kan een sterke natuurlijke positie als de Chemin des Dames van doorslaggevende betekenis zijn.

Na de tweede slag aan de Marne kwam het front nog één maal terug bij de Chemin des Dames, maar de positie was nu niet meer te houden met ouderwetse strategieën. De geallieerden hielden de druk op de terugtrekkende Duitsers groot en gaven ze niet de tijd om zich nogmaals te reorganiseren. Er werd nog enkele weken hard gevochten, de Duitsers vielen terug op de hoogten van Laon. Doorbraken in de Champagne zorgden er voor dat deze positie ook moest worden opgegeven.

> terug naar deel 1 van De militaire Geografie van de Chemin des Dames

Aris de Bruijn – 2002/2012

Bronnen:
Battlefields of the World War – Western and Southern Fronts – A Study in Military Geography – American Geographical Society Research Series No.3 – Douglas Wilson Johnson – New York 1921
Le Chemin des Dames – Guide Illustrés Michelin des Champs de Bataille – Clermont Ferrand – 1920
Algemene Geologie – Pannekoek, van Straaten – Groningen 1992
Les souterrains de Laon – Denis Montagne – Cambrai 1998
Samlàndisches Pionier-Bataillon Nr.18 – Oberstleutnant a.D. Calsow – Berlin 1922
Feldartillerie-Regiment General-Feldzeugmeister (1.Brandenburgisches) Nr.3 im Weltkrieg 1914/1918 – Hauptmann Wilhelm Schlawe – Berlin 1935

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bookmark the permalink.

Comments are closed.