Garde-Landsturm-Infanterie-Bataillon “Hagelberg” (G.7) werd op 1 november 1915 als eerste bataljon ingedeeld bij Landsturm-Infanterie-Regiment Nr.24. Dit regiment bestond verder uit Garde-Landsturm-Infanterie-Bataillon “Zorndorf” (G.8) en Landsturm-Infanterie-Ersatz-Bataillon “Diedenhofen” (XVI 14).
Het regiment maakte deel uit van de Kriegsbesatzung Diedenhofen (Thionville), bij de Armee-Abteilung C (von Stranz). Het derde bataljon werd op 1 juni 1916 opgeheven en de staf van het regiment volgde op 1 juli. Vanaf deze datum was het bataljon Hagelberg weer zelfstandig, maar nog wel altijd binnen de Armee-Abteilung C.
De Garde-Landsturm-Bataillone droegen niet, zoals te doen gebruikelijk, de naam van de regio waarin de bataljons werden opgesteld, maar, voor zover het mobiele eenheden betrof, de namen van beroemde slagvelden van het Pruissische leger. Garde-Landsturm-Infanterie-Bataillon “Hagelberg” verwijst naar de slag bij Hagelberg (een heuvel bij de stad Belzig) op 27 augustus 1813, ook bekend als de “Kolbenschlacht”, onderdeel van de Pruissische bevrijdingsoorlogen die tegen het leger van Napoleon werden gevoerd.
De toevoeging G.7 geeft aan dat het gaat om het 7e Garde-Landsturm bataljon van de in totaal vijftien Gardebataljons die werden opgesteld. Gedurende de oorlog ontstonden 834 Landsturm-Infanterie-Bataillone waarvan er 492 mobiel werden.
De aanduiding voor de Landsturm-Bataillone veranderde meermalen tijdens de oorlog. Daarom is het niet eenvoudig om een bepaalde eenheid te blijven volgen. In het begin gebruikte men als aanduiding de regio waarin de eenheid werd opgericht. Bijvoorbeeld: “Landsturm-Infanterie-Bataillon Braunsberg I”. Door het groeiend aantal van deze bataljons kwam men daarmee niet uit en ging over tot een nummer-systeem. Dezelfde eenheid werd “10. Landsturm-Infanterie-Bataillon XX.A.K.”, waarbij het laatste deel het legerkorps aanduidt. Omdat hierdoor de oorspronkelijke herkomst verloren ging combineerde men soms de twee systemen, en kwam in dit voorbeeld tot “1.Landsturm-Infanterie-Bataillon Braunsberg (XX.10)”.
Een voorbeeld van een gecombineerde notatie vinden we (hoewel slecht leesbaar) op twee plaatsen in de Moselstellung Thionville in de sector Maison Rouge (Bois de la Grange):
De oorspronkelijke benaming was:
3.Landsturm-Infanterie-Ersatz-Bataillon “Diedenhofen”
De nieuwe benaming zou moeten zijn:
Landsturm-Infanterie-Ersatz-Bataillon XVI.14
De gecombineerde aanduiding werd:
3.Landsturm-Infanterie-Ersatz-Bataillon XVI.14 waarbij het laatste deel dus betekent dat het gaat om het 14e Landsturm bataljon van het 16e Legerkorps.
bronnen :
– Formationsgeschichte der deutschen Infanterie im Ersten Weltkrieg (1914 bis 1918) – Hartwig Busche – Owschlag 1998
– Geschichte des Deutschen Heeres im Weltkriege 1914-1918 – Hermann Cron – Berlin 1937/Osnabrück 1992
De slag bij Hagelberg
Garde-Landsturm-Infanterie-Bataillon “Hagelberg” is vernoemd naar de slag bij Hagelberg. De burcht Eisenhardt in Belzig was het strijdtoneel van een van de veldslagen van de anti-napoleontische bevrijdingsoorlogen van 1813/14. In maart 1813 was de burcht het hoofdkwartier van de russische generaal Graf Wittgenstein. In de onmiddellijke nabijheid van de burcht, op de Hagelberg, namen Russische Kozakken en de Pruisische Landwehr het op tegen de troepen van de Franse generaal Girard op 27 augustus 1813. De Landwehr was pas in het voorjaar van 1813 opgesteld en voornamelijk samengesteld uit mannen uit de Kurmark en Berlijn. Napoleon en zijn maarschalken schatten de gevechtswaarde van deze weinig getrainde troepen als zeer gering in. Tijdens de slag ontwikkelde zich een hevig gevecht waarin de Landwehrtroepen grote standvastigheid toonden. Tegen de avond vielen de kozakken onder Tschernyschew in een kritische fase van de strijd onverwacht de Fransen aan. Gezamenlijk brachten Russen en Landwehr de Fransen bij Hagelberg een gevoelige nederlaag toe. De Fransen sloegen op de vlucht en het korps Girard had opgehouden te bestaan.
De Landwehrmannen sloegen, bij gebrek aan een betere taktiek, op een vreselijke manier met de kolven van hun geweren op de vijand in. Reden waarom de slag bij Hagelberg ook wel bekend staat als de “Kolbenschlag”.
De historische reenactmentgroep “4. Bat. des 3. kurmärkischen.Infanterieregimentes” houdt de traditie van dit bataljon in ere, echter zonder de vreselijke kolvenslagen.
http://www.kurmaerkische-landwehr.de
Aan de slag herinnert een monument op de Hagelberg, met 201 meter de hoogste top in Fläming. In het museum van de burcht Eisenhardt kan een tinfiguren diorama van de slag bezichtigd worden.