Soldatenbrieven van de families Noltemeyer en Grüne, geadresseerd aan adressen in Egestorf bij Hannover
Een reeks van 17 brieven en briefkaarten van soldaten uit de Eerste Wereldoorlog die met elkaar gemeen hebben dat ze zijn geadresseerd aan twee adressen in dezelfde straat in Egestorf (aan de Deister), bij Hannover.
Alle post, op één briefkaart na, is gericht aan Friedrich Grüne, Bahnhofstr. 76 in Egestorf aan de Deister, Bezirk Hannover. Het is een aardige puzzle om te proberen de (familie)relaties tussen de briefschrijvers en geadresseerden te ontrafelen.
In 2011 werd ik onverwacht gebeld door een nabestaande van de familie Noltemeyer die heel verrast was de brieven van zijn familie op internet te zien. Hij heeft me geprobeerd de familierelatie uit te leggen en stelde voor een door hem gemaakte familiestamboom bij de brieven te plaatsen. Dit is helaas nog niet gebeurd.
Brieven en briefkaarten 1 t/m 5 zijn afkomstig van Wilhelm Noltemeyer, Wehrmann bij de 2e Sanitätskompagnie, 20e Divisie, 10e Legerkorps. Ze beslaan de periode 13 augustus 1914 tot 26 december 1914, achtereenvolgens uit Malmedy, op doortocht door België, Neufchatel aan de Aisne.
Wilhelm schrijft in een tijd dat nog gedacht wordt aan een snelle afloop van de oorlog. Eerst moet hij tot zijn spijt constateren dat hij met kerstmis niet thuis zal zijn. Later wordt de toon nog wat harder en schrijft hij: “hopelijk is deze rotzooi gauw voorbij want het begint vervelend te worden en de wijn is ook bijna op”.
Een tweede reeks van 4 brieven en briefkaarten komt van Hermann Noltemeyer, een broer van Wilhelm, als Landsturmmann bij de 9e Kompagnie, 3e Bataillon, Reserve-Infanterie-Regiment 79, 19e Reservedivisie, 10e Reserve Legerkorps.
De brieven van Hermann en Wilhelm hebben als aanhef “Liebe Schwager, Schwester und Adele”, wat leidt tot de conclusie dat Friedrich Grüne getrouwd is met de zus van de broers Noltemeyer.
De eerste kaart van Hermann is gedateerd 14 oktober 1915 waarin hij aangeeft zojuist verplaatst te zijn naar de Lingekopf in de Vogezen, waar hij op 30 meter van de vijand ligt in een “ganz brenzliche Ecke”, en dat hij blij zal zijn als hij het er daar levend van af brengt. Interessant zijn ook zijn opmerkingen over het maximale aantal brieven dat hem toegestaan is te schrijven. Ongetwijfeld een gevolg van de onrustige situatie in zijn frontsector.
Zijn laatste brief is van 25 juni 1916. Het is een dramatische brief want er wordt melding gemaakt van het sneuvelen van Friedrich. Het is niet helemaal duidelijk wie Friedrich is, maar waarschijnlijk een broer van Hermann en Wilhelm. Hermann is zelf aanwezig bij de begrafenis op de oorlogsbegraafplaats Chaumont bij Verdun.
Twee dagen later gedateerd is een brief van Carl Deppe aan Frau Witwe Noltemeyer, de moeder van Hermann, Wilhelm (en Friedrich), die woont op huisnummer 73a, dus enkele huizen verwijderd van Friedrich Grüne. Carl Deppe dient in de Sanitätskompagnie waar Friedrich verzorgd werd en aan zijn verwondingen is bezweken, en is blijkbaar een bekende van de familie. Hij schrijft aan moeder Noltemeyer om deelneming te betuigen, ook namens zijn kameraden, aan het overlijden van “Fritz” zoals hij hier wordt genoemd.
Dan hebben we nog Ernst Gehrke, Schütze bij de Maschinengewehr Kompagnie van Reserve Infanterieregiment 8, 5e Reservedivisie. Hij zit aan het oostfront ergens in een bos onder verschrikkelijke weersomstandigheden waarbij hij ook nog spreekt over de “Panje” wat toch altijd nog wat raadselachtig blijft. Van hem zijn drie brieven uit zomer en herfst 1916. Hij schrijft aan zijn Lieber Freund Friedrich, dus is waarschijnlijk geen familie maar alleen bevriend.
Wel familie lijkt H.Hunte want in een kort bericht van een paar regels aan Friedrich Grüne schrijft hij “groet moeder en mijn zuster”, maar hoe die relatie dan precies in elkaar zit blijft onduidelijk. Het is ook het enige bericht van deze persoon. Het kan ook gewoon een bekende uit het dorp zijn. Waarschijnlijk kende iedereen elkaar daar, met 67 inwoners. Hunte zit in hetzelfde regiment als Hermann, zelfde bataljon zelfs, maar andere kompagnie.
Tot zover lijkt het wel aandig in elkaar te passen, maar er is nog een briefkaart die weer een bommetje onder de hypothese legt dat de gesneuvelde Friedrich een broer van Wilhelm en Hermann zou zijn. Het is een kaart van Reservist Fr. (ondertekend met Freedrich) Beel uit Sanitäitskompagnie I, 1e Garde Infanterie Division, Gardekorps. Het is dezelfde eenheid als van Carl Deppe, die schreef over het verlies van zijn kameraad. Dus misschien is dit dan de Friedrich waar het over ging. Alleen als het een halfbroer is zou dat zijn andere achternaam kunnen verklaren.
De enige niet-soldatenbrief is een brief van ene Sophie uit Hameln aan Adele Grüne. Adele lijkt de dochter te zijn van de zus van de broers Noltemeyer, die overigens nergens bij naam genoemd wordt, en Friedrich Grüne. Maar wie is Sophie? Misschien de vrouw van een van de broers Noltemeyer.